Met de stroming mee (4-6)
Doel van activiteit
Begrijpen dat de kracht van water voorwerpen en dieren in beweging kan zetten
Materiaal
- Indien mogelijk een waterbaan met een waterrad, trechters pompjes, stuw en sluis.
- Of anders een bak water
- Emmers
- Bootjes
- of stukjes kurk of hout
- Trechters
- Watermolentjes
- Stukken buis of regengoot
voorbereiding
-
Klaarzetten van alle attributen

Activiteit
Laat kinderen experimenteren met de waterbaan met de bootjes.
Voeg de watermolens, trechters en pompjes toe. Kijk of de kinderen ontdekken hoe het werkt. Suggesties voor vragen tijdens of na het spelen;
- Wie weet hoe dit werkt?
- Wat gebeurt er al je hieraan draait?
- Wat als je hiermee pompt?
- Kun je vertellen wat je doet en wat er met het water gebeurt?
- Wie kan de bootjes laten varen zonder ze aan te raken?
- Hoe kan dat?
- Kan de boot nu ook de andere kant op varen?
- Als het een echte boot zou zijn welke kant op kost minder brandstof?
- In een echte rivier draait niemand aan een rad toch beweegt of stroomt het water.
- Hoe kan dat?
- Leg uit dat water van hoog naar laag loopt. Dus van een berg naar de zee. En speel dat na met de stukken goot of buis.
- Wie kan het water laten lopen?
- Waar is dan de berg en waar de zee?
Suggesties voor verdieping
- Als je een vis was welke kant is dan makkelijker om te zwemmen?
- Er zijn vissen die tegen de stroom in zwemmen. Laat hier filmpjes over zien of bezoek een vistrap ('Fish ladder')
- Vouw van papier bootjes en probeer ze tegen de stroming in te blazen
- Maak zelf een baan van buizen in de zandbak
- In plaats van zand kun je ook oefenen met zacht zand in plaats van water
- Bouw een buizensysteem van de regenton naar de schooltuin of naar de gieter


